Lekker knallen in de gym, racen op de weg of een uur fanatieke pilates: heerlijk om te doen natuurlijk, maar de kans dat je de volgende ochtend opstaat met spierpijn is best groot. Opzich is spierpijn niet erg (het bewijs dat je iets gedaan hebt en een teken dat je lichaam sterker wordt), maar ook hierbij geldt dat overdaad schaadt. Dus voorkom te erge spierpijn met deze makkelijk toepasbare tips.
Tip 1: warming up & cooling down
Zo simpel als het klinkt, zo weinig wordt het gedaan. Want hoeveel mensen ken je wel niet die zo goed als de voordeur uitrennen als ze een rondje gaan hardlopen? Of die de wandeling van de auto naar de gym als warming up beschouwen?
Een warming up is essentieel om jouw spieren voor te bereiden op de zwaardere training die gaat komen. Je maakt je spieren warm en soepel door met lichte intensiteit te bewegen en eventueel wat rekoefening te doen. Bouw bijvoorbeeld 5 minuten wandelen en wat actieve rekoefeningen in jouw krachtschema, of fiets/wandel 5 minuten voor je aan het echte racewerk op de weg begint.
Na je training doe je eigenlijk precies hetzelfde, maar dan om jouw spieren en lichaam geleidelijk af te laten koelen. Hierbij kun je ook weer 5 minuten wandelen of fietsen, waarna je door middel van statisch stretchen je spieren weer op lengte brengt.
Tip 2: zorg voor de juiste herstelmaaltijd
Wat voor sport je ook beoefend hebt, na de training is het belangrijk dat je jouw lichaam van de juiste voedingsstoffen voorziet. Hierbij maak je het best gebruik van een combinatie tussen eiwitten en koolhydraten. Eiwitten dragen bij tot de groei van spiermassa en ook is het raadzaam jouw koolhydraatvoorraad weer optimaal aan te vullen.
Hiervoor kun je bijvoorbeeld een bakje kwark met banaan eten, een boterham met pindakaas of een Recovery Drink of Recovery Bar nemen.
Tip 3: train met een schema
Een goede manier om voor een geleidelijke opbouw te zorgen is met een trainingsschema. Zo kun je zorgen dat je niet te veel gewicht, herhalingen of minuten aan jouw training plakt. Voor een hardloopschema kun je bijvoorbeeld hanteren dat je maximaal 10% aan trainingsomvang per week toevoegt, en voor krachttraining kun je de opbouw in herhalingen en gewicht ook los van elkaar opvoeren.
Je kunt natuurlijk zelf aan de slag met een schema, maar online en in de sportschool zijn genoeg voorbeelden te vinden die je op weg kunnen helpen. Let er hierbij wel goed op dat het startniveau van het schema aansluit op jouw huidige fitnessniveau. Met een passend schema voorkom je niet alleen spierpijn, maar je houdt ook blessures buiten de deur zodat je lekker door kunt trainen.
Tip 4: drink genoeg water
We weten allemaal dat we veel water ‘moeten’ drinken op een dag, maar misschien weet je nog niet dat dit ook bij kan dragen aan het voorkomen van spierpijn. Door het drinken van water worden de afvalstoffen in het lichaam verdund, waardoor deze makkelijker afgevoerd kunnen worden. Deze afvalstoffen zorgen mede voor de spierpijn, dus zo spoel je dit letterlijk van je af.
Tip 5: gebruik de foamroller (of een masseur)
Er zijn veel mensen, inclusief ikzelf, die een haat-liefde verhouding hebben met de foamroller. Het is zeker geen pretje om jezelf hiermee te masseren, maar het zorgt er wel voor dat je spierknoopjes makkelijk opspoort en in veel gevallen meteen weg kunt masseren. Je kunt een foamroller ook gebruiken om je spieren mee op te warmen, let er dan goed op dat je niet te veel druk zet.
Dit leidt meteen tot de bonustip: bezoek eens preventief een sportmasseur. Deze kan een goede check doen van jouw spieren, en eventuele spierspanning of -knopen meteen verhelpen door deze spieren te masseren. Bereid je wel voor, want een sportmassage kan behoorlijk verschillen van een ontspannende massage in een wellness. Maar: je lichaam zal je dankbaar zijn.
Spierpijn voorgoed voorbij?
Is spierpijn met deze tips nu altijd verleden tijd? Zeker niet! En dit hoeft ook helemaal niet, maar het kan er wel voor zorgen dat de spierpijn niet ‘te’ is en je jouw lichaam meer kwaad dan goed doet. Dus probeer deze tip in jouw routine toe te passen en ervaar het verschil zelf.